De ridder Don Quichot was een fervent jager, maar hij raakt verslaafd aan het lezen van boeken. Hij kan zich zo inleven in de verhalen, dat hij waandenkbeelden krijgt en op een moment denkt dat hij zelf een ridder is. Op een gegeven moment stopt hij dan ook met lezen en gaat zelf als ridder op pad. Omdat Don Quichot vindt dat hij een schildknaap nodig heeft, beloofd hij Sancho Panzo een vooruitzicht op een veel beter leven. Sancho is maar een arme boer en Don Quichot beloofd hem een eiland en daarom volgt Sancho hem maar wat graag. De ezel waarop Sancho rijdt heet Rucio (grijs). De geliefde van Don Quichot heet Dulcinea en bestaat alleen in de fantasie van de ridder. Het trouwe paard van Don Quichot heet Rocinant (werkpaard). Het is een erg mager paard, want het moet hard werken en krijgt weinig te eten.