De hoef van een paard is eigenlijk zijn middelvinger. Een paard staat dus, net als een ballerina, altijd op zijn tenen. De middelste teen van de achterste voeten en de middelvinger van de voorste voeten zijn zo gegroeid en aangepast, dat ze het hele gewicht van een paard kunnen dragen. Door de evolutie hebben paarden, doordat het gebruik van de voeten van de paarden veranderde, een enkele hoef ontwikkeld. De tenen die er vroeger zaten zijn niet verdwenen, maar bevinden zich nog steeds onder de huid van de benen van een paard en heten de griffelbeentjes. Ze dragen geen gewicht, maar verbinden de pezen met elkaar.