Paarden hebben in de winter een dikke, isolerende wintervacht en in de lente vindt de rui plaats, waarbij de vacht weer dun en glad wordt. Het verharen heeft niet zo veel te maken met hogere temperaturen, maar wel met de lengte van de dagen. Doordat er meer daglicht is, wordt de hypofyse aangespoord om hormonen aan te maken, die het verharingsproces in gang zetten. Wat ook een belangrijke rol speelt bij het verharen is het ras. Rassen die oorspronkelijk in koude gebieden voorkomen, krijgen een warmere en langere vacht dan hun soortgenoten die van oorsprong uit warmere gebieden komen. Een soortgelijk proces vindt ook plaats bij de huisvesting van onze paarden. Dieren die het hele jaar door buiten leven, ontwikkelen een dikkere wintervacht dan paarden die voornamelijk op stal worden gehouden. Over het algemeen hebben paarden er een week of twee tot drie voor nodig om hun wintervacht kwijt te raken. Bij sobere rassen met veel verschil tussen zomer- en wintervacht duurt het een paar weken langer. Vooral oudere paarden kunnen erg lang in de rui zijn. Je doet je paard dan ook een enorm plezier als je hem regelmatig grondig borstelt.
